|
Bij zijn terugkeer In Nederland kort voor het uitbreken van
de oorlog figureerden Indische voorwerpen in het werk
van
Dolf Breetvelt: textielen, houtsnijwerk,
maskers. Zelf noemde hij zijn werk in de oorlog realistisch. |
Na de oorlog werden de vormen in
zijn werk vereenvoudigd ten koste van de dieptewerking: ook bij hem deed de
invloed van Braque zich gelden. Zo evolueerde zijn werk naar de abstractie begin
jaren vijftig: het afbeelden werd losgelaten en het 'nieuwe beelden' kreeg hem
in de greep. Toch zou hij zijn indrukken van Franse dorpjes en landschappen
tegelijkertijd in realistische aquarellen weergeven. |
|
|
Het vroegste abstracte werk was opgebouwd uit lijnen en kleurvlakken, met Míro
als inspiratiebron. Daarna werd zijn stijl steeds vrijer en ontstonden er
schilderijen met wervelende kleurenpracht. Vanaf begin jaren vijftig ontdekte
Breetvelt zijn capaciteiten als beeldhouwer in tropisch hardhout. |
Zijn abstracte beelden waren aanvankelijk complex van vorm
en glad afgewerkt. Later werden de vormen massiever en schroomde hij niet om de
beitelslagen zichtbaar te laten. |
|