Aan de Polytechnische school in Delft volgde hij een opleiding in ornamentschilderen. Hij kreeg les van onder andere Adolphe le Comte. Via Le Comte kwam Breetvelt bij De Porceleyne Fles terecht. Daar beschilderde hij keramiek en tegeltableaus naar schilderijen van 17e-eeuwse meesters (Frans Hals, Rembrandt) en schilders van de Haagse School (Mauve, Mesdag, Bosboom), in Delfts blauw of sepia. Hiermee oogstte Breetvelt succes op de tentoonstelling van oude en nieuwe kunstnijverheid in de Haagse Koekamp in 1888. In 1891 trouwde Breetvelt met plateelschilderes Cornelia Du Mée. Uit hun huwelijk werden vier kinderen geboren: Henriëtte, Adolf, Emile en Louis.

Van 1900 tot 1902 was Henri Breetvelt werkzaam bij Plateelbakkerij Zuid-Holland te Gouda die in 1898 was opgericht door Egbert Estié. In deze periode signeerde hij veelal met HB.

Van 1906 tot 1909 werd Breetvelt door E. Estié, de voormalig directeur van plateelbakkerij Zuid-Holland, betrokken bij diens nieuwe fabriek: porceleinfabriek De Kroon in Noordwijk. Anders dan in Maastricht waar hij met zijn decoraties moest aansluiten op de publieke smaak van die tijd, kon hij bij De Kroon artistiek vernieuwend bezig zijn. Door het faillissement van deze porseleinfabriek kwam een einde aan deze periode.

Na een periode waarin Breetvelt, wonende in den Haag, ontwerpen voor plateeldecoraties op papier maakte, was hij van 1916 tot zijn dood in 1923 opnieuw in dienst van NV Plateelbakkerij Zuid-Holland. Hij volgde Colenbrander op. Breetvelt beschikte over een eigen werkkamer en werd geassisteerd door plateelschilder Dirk van der Starre. Kort voor zijn dood in 1923 heeft hij voor het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina een aantal gelegenheidsborden ontworpen.

Een uitvoeriger biografie is geschreven door Breetvelt-verzamelaar Rob Hageman.